Johan Schouten
programmamanager ProRail
Met de komst van nieuw materieel dreigt er ook capaciteitstekort op emplacementen. Willen we elke ochtend de treinen op tijd, schoon, veilig en juist samengesteld beschikbaar stellen voor de dienstregeling? Dan moeten we nu maatregelen nemen.
Planning cruciaal
Het is lange tijd gelukt om steeds meer treinen toe te voegen aan de dienstregeling. Planning deed er minder toe; er was immers voldoende capaciteit op knopen en emplacementen. Dat is nu niet meer het geval. Planning is cruciaal geworden. Voor de dienstregeling en voor het ‘servicen’ van al het materiaal op de emplacementen.
‘We beschikken over duizenden meters perroncapaciteit. Laten we daar meer gebruik van maken!’
Capaciteitstekort
Dit servicen gebeurt vooral in de late avond en in de nacht, meestal op specifieke emplacementen en sporadisch op een station. Om extra capaciteit te creëren worden onder meer nieuwe emplacementen gebouwd en worden bestaande beter benut. Slechts beperkt wordt perroncapaciteit gebruikt. Het nieuwe materieel – zo’n 20 procent extra – komt al voordat de maatregelen gerealiseerd zijn. We moeten nu al alle zeilen bijzetten en zoeken naar creatieve oplossingen.
Pitstopmodel
Als we de nacht eens ontlasten met het zgn. pitstopmodel? Een keer per etmaal gaat elke trein naar een servicelocatie voor de dagelijkse behandeling en vervolgens weer terug de dienstregeling in. Ik ben van mening dat dat heel eenvoudig kan: overdag haal je treinstellen weg, die gaan voor service naar een emplacement en haken weer aan voor de avondspits. Lijngebonden trajecten hebben dan de voorkeur; hetzelfde materieel op dezelfde route, vergelijkbaar met vervoerders als Arriva en Veolia.
Perroncapaciteit
Ook deze werkwijze vereist dat het materieel in de nacht ergens wordt neergezet. We rijden immers geen 24 uur per dag. Nog meer nieuwe emplacementen bouwen is financieel niet haalbaar. We beschikken over duizenden meters perroncapaciteit. Laten we daar meer gebruik van maken! Voor de huidige belemmeringen moeten oplossingen gevonden worden. Denk aan de veiligheid van de machinisten, graffiti, beschikbaarheid van onderhoudspaden en geluidsoverlast voor de omgeving. Dit vraagt om een ander bedrijfsmodel en mogelijkheden om het materieel stil weg te zetten door minder apparatuur te laten draaien.
Kort cyclische planning
Wil deze werkwijze slagen, dan moeten we de data op orde hebben en zorgen dat we snel kunnen werken: een kort cyclische planning, ondersteund met beschikbare data en ICT tooling. Nieuwe treinen beschikken over veel meer software. Op een aantal locaties zal digitale meetapparatuur moeten komen die voortdurend data uitleest en met softwareherkenning vaststelt wat nodig is.
Beheersstructuur emplacementen
Ook zie ik mogelijkheden met een nieuwe beheersstructuur van emplacementen. Een emplacement is als een fabriek met faciliteiten (rails, wissels, behandelstations, wasmachines etc) die een beperkt aantal uren gebruikt wordt door verschillende ‘eigenaren en gebruikers’. Vrijheid van het gebruik van al die faciliteiten brengt alleen maar ellende. Het ontbreekt aan een heldere en operationeel uitgewerkte beheersstructuur die het gedrag en handelen van de stakeholders op en bij zo’n emplacement reguleert en de beschikbare capaciteit optimaliseert. Alle spelers moeten veel meer dan nu één prestatie centraal stellen en ieders bijdrage daarop afstemmen in plaats van alleen de eigen prestaties te optimaliseren. Dat vereist spelregels, spelverdeling, expertise en eigenaarschap. Zeker op emplacementen waar meerdere vervoerders actief zijn. Maak goede afspraken met elkaar. In havengebieden gebeurt dit al.
ProRail kan de rol van capaciteitsmanager vervullen. Mijn oproep aan de sector is: help de data op orde te brengen en durf van je eiland te komen. Alleen dan kunnen we kort cyclisch plannen en samen het capaciteitsprobleem op emplacementen oplossen.
Johan Schouten is verantwoordelijk voor het programma Behandelen & Opstellen waarin ProRail organiseert dat er voldoende capaciteit beschikbaar komt om het nieuwe materieel te faciliteren. Doel is dat vervoerders hun vervoersdoelen en concessieverplichtingen waar kunnen maken.