Een ‘duurzame doorstart’ in het verschiet
Joof Tummers
regiodirecteur Noordoost
Hoe ziet onze leefwereld eruit na corona? Gaan we met z’n allen dagelijks de hyperspits weer in of hebben we iets geleerd van de coronaperiode en pakken we het anders aan? Terug naar het oude gedrag, of behouden we de duurzaamheidswinst en aandacht voor de kwaliteit van onze leefomgeving? Veel regionale en lokale overheden zijn met dit vraagstuk aan de slag gegaan. Waar we voorheen enorm ons best deden om te voldoen aan de kwantitatieve vraag – wegen, OV, kantoren en woningen – gaan we steeds meer waarde hechten aan de kwaliteit van onze leefomgeving.
Kijk naar Utrecht. In de ‘Ruimtelijke Strategie Utrecht 2040’ is het streven ervoor te zorgen dat mensen gezond en prettig kunnen wonen, werken en ontspannen. Dat ze snel en makkelijk door de stad kunnen reizen en Utrecht in en uit kunnen. Er wordt gesproken over de ‘tienminutenstad’. Op tien minuten afstand vind je de mensen en zaken die je elke dag of vaak nodig hebt. Met het openbaar vervoer, de fiets of lopend ben je altijd snel waar je moet zijn. Hierdoor is minder ruimte nodig om te kunnen verplaatsen. De openbare ruimte kan dan bijvoorbeeld groen ingericht worden. Rondom de stad komen knooppunten die zo met elkaar verbonden zijn dat reizen via Utrecht Centraal niet altijd meer nodig is. Deze nieuwe mobiliteitsknooppunten bieden ook mogelijkheden voor wonen en werken.
Kwaliteit van de leefomgeving
Nu we massaal thuiswerken - lees het blog van Diederik Bredero - merken we hoe prettig het is als je in je directe leefomgeving de nodige voorzieningen hebt en kunt wandelen, fietsen of buiten mensen kunt ontmoeten. De kwaliteit van de leefomgeving is belangrijker dan ooit. Om tot het gewenste kwaliteitsniveau te komen moet je integraal werken. En dat is wat ik zo mooi vind: alles gaat samen. En nieuwe mobiliteitsknooppunten aan de rand van steden om het centrum te ontlasten èn nieuwe stedelijke woningen dicht bij de mobiliteitsknooppunten èn investeringen in nieuwe parken en buitenruimte èn voorzieningen om te voet of met de fiets buiten de stad te komen. Wie had ooit gedacht dat fietsinfrastructuur zo’n hoofdrol zou gaan spelen in het goed afwikkelen van de stedelijke mobiliteit?
Integrale benadering
De plannen die overheden nu maken laten een sterke, integrale benadering zien van de ruimtelijke opgaven waar we in Nederland voor staan. Voorheen was het veel meer monosectoraal opgebouwd. Bij mobiliteitsbeleid wordt nu ook het samenspel met de ruimtelijke programmering betrokken, met woningbouw en kantoorlocaties. Oplossingen vragen lang niet altijd meer een fysieke ingreep. Gedragsbeïnvloeding kan veel bijdragen en met de coronamaatregelen zijn we direct in het diepe gesprongen. Het belang van de leefomgeving vraagt een kwalitatief groene buitenruimte in de directe nabijheid. Groen groeit mee in een Ringpark voor ontspanning en vrije tijd maar zeker ook met het oog op gezondheid, klimaatadaptatie en om hittestress tegen te gaan.
Samen werkt het!
Op al die aspecten zijn we als Movares actief. In dit nieuwe magazine lees je over Amersfoort waar we samen met de gemeente voor het fietsparkeren inzetten op gedragsbeïnvloeding in plaats van capaciteit bijbouwen. En de Rotterdamsebaan, de nieuwe entree naar Den Haag, waarbij naast voordelen voor de mobiliteitsstromen ook veel aandacht is gegeven aan duurzaamheid en een groene omgeving. Ik denk dat de afgelopen tijd ons bewuster heeft gemaakt van wat we echt belangrijk vinden en dat we daarom inzetten op een herwaardering van onze leefomgeving. Wil je gaan voor een kwalitatief hoogwaardige leefomgeving, dan moeten we de vraagstukken integraal en gezamenlijk oppakken. Samen werkt het!
Joof Tummers
regiodirecteur Noordoost