Visie
Bereikbaarheid en leefbaarheid ‘Groot Amsterdam’
Op 21 juli is de Noord/Zuidlijn officieel geopend. De nieuwe metrolijn verbindt Amsterdam-Noord en de Zuidas, twee gebieden die volop in ontwikkeling zijn. De Zuidas ontwikkelt zich tot toplocatie voor bedrijven. In Amsterdam-Noord bestaan vergevorderde plannen voor nieuwe bedrijven, winkels en woningen rondom station Noord. Voor nu geeft de Noord/Zuidlijn ‘lucht’. Gezien de ontwikkelingen is de grote vraag: hoe houden we Groot Amsterdam ook in de toekomst bereikbaar?
‘In onze visie is daar een tweestromenbeleid voor nodig’, zegt Carla Molenaar, regiodirecteur Noordwest, Movares. ‘Voor de korte termijn kunnen we de huidige technieken inzetten om Amsterdam en omgeving leefbaar en bereikbaar te houden. Denk aan MaaS (Mobility as a Service), e-bikes en elektrische bussen in plaats van autoverkeer en trams. Voor de lange termijn zal er meer nodig zijn, zoals grote ingrepen in bijvoorbeeld het metronetwerk. Verder kunnen technologische ontwikkelingen als zelfrijdend vervoer helpen om een systeemsprong in bereikbaarheid te maken.’
Verschillende perspectieven
Er lopen al veel verschillende onderzoeken en er worden veel voorstellen gedaan voor verbetering van het openbaar vervoer in Amsterdam en de regio. Tot op heden zijn deze studies vanuit verschillende perspectieven opgesteld. Projectvoorstellen nemen uiteenlopende doelen en gebiedsafbakeningen als vertrekpunt, zoals het maximaal verdichten, het verbeteren van de bereikbaarheid of het beter benutten van bestaande infrastructuur. Movares werkt mee aan de studie OV 2040 waar de schaalsprong Amsterdam onderdeel van is. Het doel van OV 2040 is eerste globale stappen zetten om in de verdere toekomst te komen tot een gedragen roadmap met oplossingsrichtingen voor de langere termijn voor zowel Amsterdam als de regio. Belangrijk hierbij zijn het verbeteren van de leefkwaliteit in de stad, het verdelen van drukte, het mogelijk maken van gebiedsontwikkeling, het faciliteren van groei en het verbeteren van de stedelijke en regionale bereikbaarheid met in het bijzonder aandacht voor de relatie Schiphol – Amsterdam.
Geïntegreerde aanpak
Molenaar: ‘Willen we de regio Amsterdam ook in de toekomst bereikbaar houden, dan moeten we verder kijken dan alleen het openbaar vervoer en de wegen. Het is tijd voor een geïntegreerde aanpak waarin we het vervoer ontwikkelen in samenhang met woningbouw en de komst van extra arbeidsplaatsen.’ Remco Morsch, proces-/projectmanager en consultant stedelijke mobiliteit bij Movares: ‘Naar verwachting zal Metropool Regio Amsterdam (MRA) uitbreiden met circa 140.000 woningen in Amsterdam en met mogelijk 70.000 woningen in Almere. Gezien de ontwikkelingen op dit moment is het de vraag of deze aantallen niet te conservatief zijn; die zouden nog veel hoger kunnen liggen. Dit heeft enorme impact op het verkeer en vervoer en de ruimtelijke ordening.’
'De Noord/Zuidlijn is belangrijk voor Amsterdam, maar hoe gaan we de totale regio ontlasten?'
Druk op OV
Morsch: ‘De druk op het OV is al groot door de stijging van reizigersaantallen. De groei van het OV-gebruik in Noordwest Nederland leidt in Amsterdam, Schiphol, Utrecht en Amersfoort tot opgaven op het bus-, tram en metronetwerk en het spoornetwerk tussen deze steden. Potentiële vervoerknelpunten in de steden bevinden zich onder andere op de tramlijnen rond Amsterdam Centraal Station en de binnenring Amsterdam. Kijken we verder tot 2040 dan zien we knelpunten op de verbindingen van Amsterdam naar Utrecht, Hilversum, Haarlem, Alkmaar en Schiphol en specifiek op de verbindingen Amsterdam-Schiphol en Gouda-Breukelen-Amsterdam. Er is nu al sprake van hinder voor het goederenvervoer op het tracé Amsterdam-Utrecht-Amersfoort. En Amsterdam Amstel, Amsterdam Sloterdijk, Amsterdam Zuid, Haarlem en Schiphol vallen in de categorie ‘ernstige transferknelpunten’ De Noord/Zuidlijn is belangrijk voor Amsterdam, maar hoe gaan we de totale regio ontlasten? Nu, en in de toekomst?’
Brede aanpak
Molenaar: ‘Ook wij hebben DE oplossing niet voorhanden. Wat we wel zien is dat een breder netwerk nodig is om de MRA bereikbaar en leefbaar te houden. In Nederland denken we vaak op te kleine schaal. Laten we breder kijken, naar het grote geheel. We moeten proberen uit onze comfortzone te komen en gezamenlijk, opdrachtgevende en opdrachtnemende partijen, kijken hoe we bereikbaarheid kunnen blijven realiseren. De opgaven zijn zo groot, daarin zullen we echt gezamenlijk op moeten trekken.’