Jolt Oostra, programmamanager Energie
Universiteit Utrecht: CO2-neutraal in 2030
De Universiteit Utrecht heeft de ambitie in 2030 een volledig CO2-neutrale bedrijfsvoering te hebben. ‘Een stevige ambitie’, zegt Jolt Oostra, als programmamanager Energie verantwoordelijk voor het verder verduurzamen van de energievoorziening. ‘Ik hoop dat we tot een mix komen van zonnepanelen, windenergie, wko en geothermie en dat we zoveel mogelijk zelf in onze energievoorziening blijven voorzien. Een mooie uitdaging!'
Oostra: ‘Movares helpt ons bij het verduurzamen van onze elektriciteitsvoorziening. Zij inventariseren de huidige elektriciteitsinfrastructuur van de universiteit, zoals de belasting, en brengen daarnaast de verwachte ontwikkelingen richting 2030 in kaart. Tevens kwantificeren zij de kosten en baten hiervan, waarna we gezamenlijk een voorkeursscenario vaststellen. Movares heeft ervaring en goede referenties op deelaspecten van deze opdracht. Echter, het integrale karakter van de opdracht is voor Movares een nieuwe uitdaging. Met hun advies hopen wij snel grote stappen te kunnen zetten.’
Zonnepanelen
Al eerder heeft Movares de universiteit geadviseerd, zoals over de contractvorming ten behoeve van de plaatsing van 4600 zonnepanelen op de daken. Oostra: ‘We willen de studenten die wij hier opleiden vanuit onze bedrijfsvoering meegeven hoe belangrijk het is een positieve bijdrage te leveren aan de klimaatverandering. De zonnepanelen leveren nu zo’n 2 procent van de elektriciteitsbehoefte van de universiteit. Volgend jaar verwachten we nog meer zonnepanelen op de daken te plaatsen.”
Alternatieve vormen van energiebronnen
Allerlei alternatieve vormen van energiebronnen worden momenteel verkend. Zo is de universiteit actief in het onderzoek naar de mogelijkheden van geothermie in het Utrecht Science Park. Een unieke kans voor duurzame warmte en zo mogelijk elektriciteit alsmede verbinding tussen onderzoek, onderwijs en bedrijfsvoering. Oostra: ‘Positief is dat de transitie echt op gang komt; nieuwe initiatieven voor duurzaamheid krijgen ruimte en oude technieken die draaien op fossiele brandstoffen worden heel kritisch bekeken. Leveringszekerheid blijft belangrijk, met aan de horizon het uitfaseren van oude technieken.’
Warmte/koude-opslag
Tot die tijd zet de universiteit maximaal in op warmte/koude opslag in de ondergrond (WKO).’ Het aantal installaties voor WKO neemt toe; nieuwe en bestaande gebouwen worden geschikt gemaakt voor de toepassing van deze techniek. Oostra: ‘Het gaat om veel gebouwen, in een mix van oude en nieuwe gebouwen. Dat maakt verduurzaming complex. De ruimtes zijn te divers om er één type klimaattechniek toe te passen terwijl de comforteisen steeds hoger worden. Het is een hele puzzel om de regie te houden op wat waar effectief is.’
Jolt Ooistra en Frits Wattjes (Movares)