Optimale levensduur waterkunstwerken
De komende 20 jaar vervangt Rijkswaterstaat een derde van al zijn sluizen. Hoe kun je dit zo efficiënt en duurzaam mogelijk doen zodat een levensduur van 100 jaar gegarandeerd is? Standaardisatie van onder meer sluisdeuren, bewegingswerken, besturing en bediening lijkt de oplossing. Samen met Rijkswaterstaat onderzochten vier marktpartijen wat de meerwaarde is van een standaard basisontwerp van een waterkunstwerk om over de totale levenscyclus de milieubelasting (LCA) en kosten (LCC) in beeld te brengen.
Duurzame oplossingen beheer en onderhoud
Als een van de vier marktpartijen zijn wij met Rijkswaterstaat aan de slag gegaan met een concrete casus: de sluisdeuren in de Zuid-Willemsvaart. Alle partijen gebruikten elk een ander materiaal voor hun ontwerp van de deur: staal, hout, composiet en een combinatie van composiet en staal. De centrale vraag was: hoe kunnen we aanbestedingen uniformer uitvragen aan de markt, zodat bureaus tot duurzamere ontwerpen komen en de milieubelasting (LCA) en kosten (LCC) over de totale levenscyclus duidelijk zijn? Gerard Krooshoop, adviseur waterbouw bij Movares: ‘Vanuit ons team zijn wij onder andere bezig met standaardisatie. Een sluiscomplex en met name een sluisdeur is daarvoor zeer geschikt. Rijkswaterstaat wil in 2030 volledig klimaatneutraal en circulair werken. Ook wij zetten ons in om duurzamer en meer circulair te werken. In deze opdracht kwamen beide werelden samen. Het was een leerzame zoektocht om op deze manier te kijken naar duurzame oplossingen voor de gehele levenscyclus, van geboorte tot einde levensduur.’
Gerard Krooshoop, adviseur waterbouw, Movares
Gehele levensduur
Het bepalen van de LCC en LCA was een interessante exercitie. Krooshoop: ‘Elke constructie heeft een geboorte en een einde levensduur en wij opereren altijd in dat gebied. In deze opdracht hebben wij staal gebruikt. Een stalen deur is qua ontwerp niet erg ingewikkeld. Kijk je naar het onderhoud gedurende de gehele levensduur, dan is er meer aan de hand. Een traditionele stalen deur heeft bijvoorbeeld veel onderdelen, hoekjes en vlakken en dus heb je ook veel kwetsbare punten en schilderwerk. Daarom hebben we gekeken naar een deur met zo min mogelijk onderdelen en hoekjes: gunstig in verfoppervlak en onderhoud, maar wel iets duurder qua bouw. Ook hebben we de mogelijkheden van een roestvrijstalen deur in kaart gebracht. Een dure en meer milieubelastende keuze, maar wel heel onderhoudsarm. Voor deze opdracht met een levensduur van 100 jaar viel deze deur af. Bij een langere levensduur – 200 jaar – maakt deze deur weer meer kans. Allemaal zaken die we bij de meeste uitvragen van Rijkswaterstaat niet standaard meenemen, omdat het daarbij vaak gaat om ontwerp en productie van een deur met hooguit 30 jaar onderhoud.’
Maurice de Graaf adviseur Waterbouw, Rijkswaterstaat
Interpretatieruimte
Rijkswaterstaat heeft de LCC- en LCA-bepalingen van de marktpartijen laten narekenen door twee onafhankelijke bureaus. De resultaten van onze berekeningen kwamen nagenoeg overeen met de resultaten van deze bureaus. Toch bleek dat er behoorlijke verschillen zaten tussen de aanpak en berekeningen van de marktpartijen en die van de onafhankelijke experts. Dit kan tot gevolg hebben dat een partij op verkeerde gronden een aanbesteding zou kunnen winnen. De conclusies zijn in alle openheid met de vier bureaus besproken. ‘We moeten in onze standaard uitvragen nóg duidelijker zijn in wat we willen op het gebied van LCC en LCA’, aldus Maurice de Graaf, adviseur waterbouw bij Rijkswaterstaat. ‘Zo voorkomen we dat inschrijvers gaan gissen en er een eigen draai aan gaan geven.’ Krooshoop vult aan: ‘Dit project onderstreept eens temeer het belang om aan de voorkant van een project zo veel mogelijk duidelijkheid te bieden, liefst in samenspraak met de markt. Dat doen we al vaker dan vroeger: wij hebben in tenders regelmatig sessies met de opdrachtgever. Maar het gebeurt bijna nooit dat er ook andere marktpartijen bij zijn, terwijl ik dat in dit project zeer nuttig vond.’ De Graaf kijkt met plezier terug: ‘Ik vind de openheid waarmee we kennis hebben uitgewisseld en ervaringen hebben gedeeld heel bijzonder.’