ARK-ROUTE
Hoe zorgen we voor voldoende zoetwater in droge periodes?
Het water in het IJsselmeer en Markermeer is van belang voor ruim 30% van de watervoorziening in Nederland. De belangrijkste ‘toeleverancier’ van zoet water is de IJssel. Tijdens lange droge periodes is de waterstand in de IJssel soms extreem laag. ‘Door de klimaatverandering zal Nederland vaker te maken krijgen met lange, droge zomers’, zegt Matthijs van den Brink, adviseur Water en Ruimtegebruik bij Rijkswaterstaat. ‘Bij een tekort aan zoet water krijgt zout water de kans Nederland in te stromen, met het risico op verzilting. Dit heeft nadelige effecten op onder meer de drinkwatervoorziening en de scheepvaart. Samen met HydroLogic, Infram en Movares Water verkennen we of extra watertoevoer mogelijk is via het Amsterdam-Rijnkanaal, de zogenoemde ARK-route.'
Hydraulisch model
Via de ARK-route de doorvoercapaciteit verhogen is een van de mogelijke maatregelen om Nederland tot in elk geval 2050 te blijven voorzien van voldoende zoetwater. De ARK-route begint in Tiel en eindigt in het IJmeer, dat grenst aan het Markermeer. De verkenning richt zich op het deel tussen Tiel en regio Amsterdam. Het is een vervolg op de ‘Strategie klimaatbestendige zoetwatervoorziening hoofdwatersysteem (KZH)’, onderdeel van het nationaal Deltaprogramma. ‘We kijken niet alleen of het wel of niet kan, maar ook welke hoeveelheden extra water doorgevoerd kunnen worden: is dat 25, 50 m3/s of meer?’, zegt Maarten Spijker, directeur HydroLogic. ‘En welke consequenties heeft dit voor de scheepvaart, welke aanpassingen zijn nodig aan de civieltechnische constructies op de ARK-route, wat is het effect op de waterkwaliteit en wat zijn ecologische gevolgen wanneer er ‘gebiedsvreemd’ water het IJsselmeer instroomt? Met een hydraulisch model berekenen we wat de consequenties zijn van de verschillende hoeveelheden extra doorvoerwater. Ook onderzoeken we wat de stroomsnelheden zijn en wat dit betekent voor de scheepvaart. Deze route moet misschien wel onder duizend verschillende omstandigheden worden ingezet. Denk aan de weersomstandigheden, temperatuur en de hoeveelheid water die wordt aangevoerd vanuit aangrenzende gebieden. Het is de uitdaging al die variabelen te vatten in zo representatief en realistisch mogelijke varianten en die te beproeven.’
Extra gemaal
Een van de uitdagingen waar Movares Water zich voor inzet is het gemaal dat moet komen tussen het ARK en het Markermeer. Stijn Odink, adviseur Waterbouw bij Movares Water. ‘Met een gemaal kun je anticiperen op de waterstand: tijdig voldoende watertoevoer regelen zodat water ook elders in het land ingezet kan worden. We hebben een aantal potentiële locaties onderzocht en deze beoordeeld op onder meer de inpasbaarheid in de omgeving, aankoop van grond, de benodigde aanvoerkanalen, eventuele effecten op de scheepvaart en het verplaatsen van functies, zoals jachthavens/recreatiehavens, woonboten, bestaande sluiscomplexen en de waterkoelfuncties van de wateren rondom de energiecentrale van Vattenfall. Op basis van een eerdere studie is het risico beoordeeld op het aantrekken van verzilt water. Uit onze analyse blijkt de Diemerzeedijk de meest kansrijke locatie. Hier lijkt een gemaal het best inpasbaar en hoeft slechts een beperkt aantal bestaande functies te worden verplaatst. Bovendien is hier een grote maalkom aanwezig, een waterbuffer voor het gemaal. Ook belangrijk is dat deze locatie relatief ver van het Noordzeekanaal afligt. Locaties dichter bij het Noordzeekanaal hebben een grotere kans op het aantrekken van verzilt water. Het Noordzeekanaalwater is namelijk brak en het water in het ARK is zoet. Op dit moment onderzoeken we de haalbaarheid van het extra gemaal op ruimtebeslag, constructie/fundering, pomptype en benodigd pompvermogen.’
Ecologische gevolgen
Ook een belangrijk aandachtspunt zijn de ecologische gevolgen van de ARK-route. De waterkwaliteit van het Markermeer voldoet nu aan de Kaderrichtlijn Water. Bij aanvoer van extra water is het dus van belang dat een nieuwe bron - het gebiedsvreemde water - dat doelbereik niet doorkruist. Om hier uitspraken over te kunnen doen heeft HydroLogic een stoffenbalans opgesteld. Bekend is dat het aangevoerde water vanuit het ARK (en de Waal) een hogere concentratie fosfaat en stikstof heeft dan de gemeten concentraties in het Markermeer. Dit geldt ook voor het aangevoerde IJsselwater. Onderzocht wordt wat de ecologische gevolgen zijn wanneer de norm wordt overschreden als er in een droge periode actief water in het Markermeer wordt gebracht.
Slimme maatregelen voor zoetwaterproblematiek
De doorlooptijd van de verkenning is slechts een half jaar. Projectleider Bastiaan Kok, senior adviseur bij Infram: ‘Dit betekent dat we vooral focus moeten houden. In deze verkenning hangen diverse factoren met elkaar samen. Het multidisciplinaire team met experts van HydroLogic, Infram en Movares Water zet zich in om de complexe puzzel te leggen die belangrijk is voor de zoetwatervoorziening van Nederland, nu en in de toekomst. De crux is die dingen te doen die informatie leveren die ons verder helpen om de grotere puzzel te leggen en niet te diep in te gaan op de technische details. We hebben de juiste expertises in ons team, kunnen prima met elkaar samenwerken en bij elke belangrijke stap hebben we een projectoverleg.’ Matthijs vult aan: ‘Door vele overleggen zit er energie in de groep! De zoetwaterproblematiek zal alleen maar verder toenemen door de klimaatverandering. Het is heel leuk en belangrijk om slimme maatregelen te bedenken en die ook echt doorgevoerd te krijgen. Op 1 februari 2024 moet duidelijk zijn of het haalbaar is de ARK-route te realiseren, zodat de Deltacommissaris daar uiteindelijk in 2026 een uitspraak over kan doen.’
Contact
Heeft u naar aanleiding van dit artikel nog vragen, of wilt u met een van de experts van gedachten wisselen? Neem dan gerust contact op.
Bastiaan Kok projectleider Infram
Maarten Spijker directeur HydroLogic
Matthijs van den Brink policy advisor Rijkswaterstaat
Stijn Odink adviseur Waterbouw Movares Water