MIRT-VERKENNING OV EN WONEN UTRECHT
Samenwerken aan een aantrekkelijke en bereikbare regio
Utrecht staat voor een enorme opgave. Het is nu al druk in en om de stad en de verwachting is dat het aantal OV-reizigers verdubbelt. Tot 2040 worden er namelijk nog ruim 60.000 nieuwe woningen gebouwd. Hoe houd je de nieuwe woon- en werklocaties bereikbaar met behoud van ruimtelijke kwaliteit? Dat is de uitdaging waar Movares, samen met het Rijk, de provincie en de gemeente, oplossingsrichtingen voor heeft onderzocht binnen de MIRT-verkenning OV en Wonen Utrecht.
Integrale oplossing
‘Om de groei van de regio Utrecht mogelijk te maken moet het openbaar vervoer nog beter worden’, zegt Leon de Graaf, strategisch adviseur Mobiliteit bij gemeente Utrecht. ‘Daarom werken Rijk en regio samen aan deze MIRT-Verkenning. Het doel is overbelasting rond Utrecht Centraal te voorkomen en Utrecht Science Park en de nieuwe woon- en werklocaties in Utrecht Zuidwest en Nieuwegein beter bereikbaar te maken met het OV. We hebben Movares gevraagd de kansen voor mobiliteit in kaart te brengen, ontwerpen te maken en die te toetsen. Het is een integrale opgave die verder gaat dan alleen de doorstroming of OV. Het gaat om de integratie van mobiliteit en ruimte, inclusief de ondergrond. Willen we een extra tramlijn, dan is daar op maaiveld geen ruimte meer voor. Moet die dan ondergronds komen en kan dat? Bij veel grote gebouwen wordt gebruikt gemaakt van warmte/koudeopslag, bij nieuwe woningen zitten allerlei systemen in de ondergrond, hoe zit het met trillingen en elektromagnetische beïnvloeding? Allemaal onderzoeken waar Movares bij betrokken is.’
Mobiliteitskansen
‘Het is een intensieve samenwerking tussen Movares en specialisten vanuit de provincie Utrecht, gemeenten Utrecht en Nieuwegein, Rijkswaterstaat, ProRail, NS en de ministeries van Infrastructuur & Waterstaat en Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,’ vertelt Richard Savenije, projectmanager bij Movares. ‘In de eerste fase hebben we zo’n 100 oplossingsrichtingen onderzocht die tot stand zijn gekomen via meerdere ateliers met stakeholders en opdrachtgevers. Daaruit zijn vijf kansrijke oplossingen geselecteerd waarvoor we de ontwerpen hebben gemaakt en hebben getoetst op toegankelijkheid, ecologische waarde en ruimtelijke kwaliteit.’ Het gaat om een (deels) ondergrondse Merwedelijn, het mogelijk ombuigen van de bestaande SUNIJ-lijn naar Papendorp, een tweede busbaan over het Utrecht Science Park, verbetering van de busdoorstroming Waterlinieweg met een mogelijke halte bij Galgenwaard en frequentieverhoging van tramlijn 22. Leon: ‘Het OV in Utrecht bestaat nu vooral uit buslijnen. We werken toe naar een grootstedelijk bus- en tramnetwerk, op weg naar Metropool Regio Utrecht. Vanuit Movares zijn hier tientallen adviseurs en ontwerpers bij betrokken. In Rotterdam werkt Movares aan een soortgelijk project, de MIRT-verkenning Oeverbindingen Rotterdam. Die ervaring komt hier goed van pas en bovendien kent Movares deze regio goed. Het is hard werken, heel complex allemaal, maar vooral ontzettend leuk om met elkaar in een dynamische omgeving de best mogelijke oplossingen voor Utrecht uit te werken.’
Op weg naar het voorkeursalternatief
‘Er is heel veel relevante informatie op tafel gekomen in deze MIRT-verkenning wat heeft geholpen bij het vinden van de beste oplossingsrichting,’ zegt Leonhard Heerema, projectmanager bij het ministerie van Infrastructuur en Waterstaat. ‘Deze MIRT-verkenning was, en is, geen rechttoe rechtaan verkenning. Dus dat vroeg wel de nodige flexibiliteit van het projectteam en het ingenieursbureau. Een voorbeeld is de verandering rond Betalen naar Gebruik (BNG). Het verkeersmodel was net valide verklaard en de eerste runs (het draaien van de modelering) hadden plaatsgevonden, toen bleek dat BNG toch uit het verkeersmodel moest. Dat betekende een stap terug en extra werk, maar we hebben ons project hierop aangepast en het uiteindelijk toch met slechts een beperkte vertraging voor elkaar gekregen om aan alle uitgangspunten te voldoen. De grootste uitdaging nu is om tot een voorkeursalternatief te komen met voldoende doelbereik en passend bij het beschikbare budget.’
Oplossing voor OV en wonen
‘Hoe leuk en uitdagend ook, het is ook een worsteling om tot goede beslissingen te komen’, zegt Leon. ‘Want, hoe gaan we om met de complexiteit van OV in combinatie met wonen? Hoe kom je van beslisinformatie naar bouwen? Je kunt alleen woningen bouwen als het OV goed is geregeld, maar daar is in binnenstedelijke omgevingen geen norm voor. Er is alleen een beoordelingskader, wat de besluitvorming complex maakt. In stedelijk gebied is bijna alles maatwerk. Een voorbeeld: een extra trambaan op Utrecht Science Park lijkt voor optimalisatie van de doorstroming een heel goed idee om de vervoersnorm te halen, maar misschien niet als je naar de ruimtelijke impact kijkt. Zo moet je voor alle oplossingsrichtingen integrale afwegingen maken. Samen met Movares en diverse andere partijen zijn we aan het pionieren hoe we dit alles goed geregeld krijgen, om via de MIRT-systematiek tot een goede oplossing te komen voor OV en wonen en uiteindelijk tot een gedragen voorkeursalternatief.’ Richard: ‘Zo’n complexe opgave kan alleen tot een goed eind gebracht worden als de samenwerking tussen alle betrokken partijen zeer goed is en iedereen zich verantwoordelijk voelt voor een goed resultaat. Alleen dan kom je tot een goede integrale oplossing voor een aantrekkelijke en bereikbare regio. En daar zijn alle partijen bij dit project goed in geslaagd.’
Contact
Heeft u naar aanleiding van dit artikel nog vragen, of wilt u met een van de experts van gedachten wisselen? Neem dan gerust contact op.
Leon de Graaf strategisch adviseur Mobiliteit gemeente Utrecht
Leonhard Heerema projectmanager ministerie van IenW
Richard Savenije projectmanager Movares